Geslaagd opleverfeestje in de Landenbuurt
11 november 2024
Vrijdagmiddag 8 november organiseerde Nijhuis Bouw een feestje om te vieren dat 20 huur- en 20 koopwoningen in de Landenbuurt zijn opgeleverd. Hoewel het buiten koud was, was het in de feesttent lekker warm. Er was koffie, thee en warme chocolademelk. Daarnaast werden de bezoekers getrakteerd op een warme kop snert met roggebrood en spek.
De bouw ging vlot
Het feestje werd geopend door Jelmer Biesma, projectleider van Nijhuis Bouw, Henk Fissering, manager Vastgoedsturing van Acantus en wethouder Annalies Usmany-Dallinga. Nadat Jelmer Biesma iedereen hartelijk welkom heette, blikte hij kort terug op het afgelopen jaar. “4 december vorig jaar ging de schop in de grond en nu zijn de woningen opgeleverd. Het is vlot gegaan. Wij hebben met veel plezier aan dit project gewerkt.” Henk Fissering is het daar mee eens. “Het was een mooi project en ook een mooie samenwerking. Ik wil alle toekomstige bewoners dan ook van harte feliciteren met hun nieuwe woning in Delfzijl.”
Wennen aan een nieuw huis
Wethouder Usmany-Dallinga vult aan: “Dit is één van de vele nieuwbouwprojecten in Eemsdelta, als direct gevolg van de gaswinning. Veel mensen zitten al jaren in onzekerheid. Je moet tenslotte wel je vertrouwde woning uit en waar kom je dan terecht? Maar als je eenmaal over bent en langzaam went aan je nieuwe huis, dan is het vaak ook wel weer goed. Ook al voelt het in het begin nog een beetje alsof je bij jezelf op visite bent. Een belangrijke mijlpaal voor velen is de eerste kerstboom in het nieuwe huis. Dat moet in jullie geval lukken. Op naar een nieuwe woontoekomst!”
Eindelijk rust
Het feestje werd goed bezocht en de sfeer was gemoedelijk. Mensen zijn blij met hun nieuwe woning die van alle moderne gemakken is voorzien. Silly en Albert Udema hebben lang in onzekerheid gezeten, maar kunnen nu bijna niet wachten tot de inrichting helemaal klaar is. “Ons nieuwe huis is prachtig. We verhuizen de 27e“, aldus Silly. “Dan krijgen we eindelijk rust. Daar kijken we heel erg naar uit.”