(T)huis in Delfzijl

‘Klein genoeg om gezellig te zijn; groot genoeg om niet dorps te zijn’

5 augustus 2022

Ze woont, met een onderbreking van twaalf jaar, vijfendertig jaar in Delfzijl. Gea van Loon voelt zich er helemaal thuis.

Thuis
Samen met haar man Luuk Visscher, die operator werd bij Akzo, verruilde Gea van Loon in 1975, de stad Groningen voor de havenstad. Zoals zoveel vrouwen in de tijd. Voor Gea pakte het goed uit. Ze werd journalist bij het toenmalige Nieuwsblad voor de Eemsmond en leerde daardoor niet alleen veel mensen maar ook het gebied goed kennen. Delfzijl werd haar thuis.

Overlast
‘De eerste jaren woonden we met veel plezier in Delfzijl-Noord, een mooie groene wijk met veel jonge gezinnen’, blikt Gea (69) terug. ‘Na een paar jaar ging de buurt achteruit en ontstond er overlast. Voornamelijk veroorzaakt door bewoners van de toenmalige Rottumerplaat-flats. Een steekpartij voor onze deur heeft de beslissing om te verhuizen, bespoedigd. In Wagenborgen vonden we een leuk huis. Daar heb ik twaalf jaar gewoond. Zes jaar met en zes jaar zonder Luuk, die plotseling overleed.’

Gemoedelijk
‘Na zes eenzame jaren wilde ik terug naar de bewoonde wereld. Maar waarheen? Naar de stad of naar Delfzijl, waar het leven zo gemoedelijk was? Het werd Delfzijl. Groningen blijft trekken hoor maar daar ben je zo, met de auto en de bushalte is om de hoek. De schaalgrootte van Delfzijl is prettig. Het is klein genoeg om gezellig te zijn en groot genoeg om niet dorps te zijn. Bovendien heeft Delfzijl met haven en industrie, iets stedelijks. Dat maakt het dynamisch, daar houd ik van.’

Prachtig wonen
Gea vond al snel een geschikte woning. Een woonboot aan het Snikkepad. ‘Een vriend tipte mij dat deze boot in de stille verkoop stond. Zo ben ik hier gekomen. Het water trekt altijd. Misschien omdat een paar familieleden vroeger in de scheepvaart zaten. Bovendien groeide mijn vader op bij de havens in Rotterdam. Ik beleef de seizoenen hier optimaal. Ik heb een strook tuin bij de boot, de rest van het groen om me heen is openbaar. Daar heb ik iedere dag plezier van.’

Historische plek
‘Ik neem zeker één keer in de week een kijkje in de haven. De Poort naar de Wereld noem ik dat. Dat verveelt nooit. De haven is één van mijn lievelingsplekken. Mijn andere lievelingsplek is hier vlakbij. Als ik mijn rondje in de buurt loop, blijf ik altijd even stilstaan op de brug over het Damsterdiep. Een prachtige plek om de zonsondergang te bewonderen. Daar takt het diep af naar de woonschepenhaven. Het is ook een historische plek. Vroeger voeren de Snikken (trekschuiten) hierlangs. De stenen van de steenfabriek werden ook over dat water afgevoerd. Je voelt de geschiedenis.’

Kansen
Gea volgt de ontwikkelingen in Delfzijl op de voet. ‘De nieuwe boulevard en het strand vind ik geweldig. De kwelders zijn een aanwinst voor Delfzijl. De inwoners van Noord hebben te maken met een grote operatie. Dat is niet niks. Je zal er maar mee te maken hebben. Maar het biedt het ook kansen. Er komen mooie nieuwe wijken met fijne huizen voor terug. Alle nieuwbouw in het centrum volg ik met aandacht. Of ik er zelf zou willen wonen? Nou, dat nieuwe Boegkwartier ziet er wel heel aantrekkelijk uit. Een mooie plek, een levendige omgeving en overal dichtbij. Wie weet is dat ooit ook wel iets voor mij.’