(T)huis in Delfzijl

‘Onze relatie met Delfzijl is langzaam gegroeid’

27 januari 2022

Een half jaar geleden hebben ze een tijdcapsule begraven, om symbolisch de start van de nieuwbouw in de Vestingbuurt te markeren. Marinus (81) en Manja (74) Huizinga volgen de ontwikkelingen op de voet. Over een paar maanden verhuizen ze van de Filadelfia flat driehoog, naar een hoekhuis met uitzicht op een groene strook.

Aarden
Het echtpaar Huizinga maakt zich geen zorgen om de verhuizing. ‘Dat doen we zelf. We zijn vaak verhuisd’, verklaart Manja. ‘Ik kom uit Leiden en Marinus uit Noordwijk. We zijn al meer dan 50 jaar betrokken bij het Leger Des Heils. Dat speelt een belangrijke rol in ons leven. Vanuit het Leger werden we overal geplaatst. Eerst in Nieuw Weerdingen, daarna in Utrecht.’ Marinus vult aan: ‘Maar toen Akzo operators zocht, heb ik gesolliciteerd. Er werd mij gevraagd of ik wel zou kunnen aarden in Delfzijl. Mijn vader was een Fries en mijn moeder een Groningse. Dus ik dacht van wel. Via Akzo kregen we eerst een huis in Appingedam, daarna in Delfzijl.’ Manja: ‘Kleine spullen verhuizen we met onze eigen auto. Voor de grotere spullen huren we een busje. Onze zoons helpen ook mee.’ Het echtpaar gaat regelmatig bij het nieuwe huis kijken. ‘Medio april moet het worden opgeleverd, maar ik denk niet dat ze dat halen’, aldus Marinus. ‘De bouw heeft rond de jaarwisseling een paar weken stilgelegen. Geen idee waarom. We houden rekening met vertraging. Maar dat maakt ons niks uit.’

Haat-liefde verhouding
‘Toen wij hier in 1974 kwamen wonen hebben we ons direct aangemeld voor Groningse les. Maar dat ging niet door. Er was geen animo voor’, vertelt Manja. ‘Ik spreek dus geen Gronings. Vroeger speelde ik met het IVAK eens een muziekstuk. Dat bleek het volkslied te zijn. Ik kende het niet. Ik heb een haat-liefde verhouding met Delfzijl. Ik loop vaak aan tegen het feit dat mensen voor mijn gevoel om dingen heen blijven draaien, terwijl ik zelf recht voor zijn raap ben. Maar we hebben ons gezinsleven hier opgebouwd en vrienden gemaakt. Dus we zijn hier uiteindelijk toch ingeburgerd. Ik blijf Delfzijl een uithoek vinden. Destijds leek de stad in ontwikkeling te zijn. Ik hoopte op uitbreiding maar dat gebeurde niet.’ Marinus lacht. ‘Onze relatie met Delfzijl is langzaam gegroeid.’

Studentenstad
Marinus is een techneut, die naar eigen zeggen ‘studerend door het leven ging’. Marinus: ‘Dat kon bij Akzo. Je mocht altijd nieuwe opleidingen volgen. Ik heb op een gegeven moment een uitstapje gemaakt naar Sociaal Pedagogisch Werk. Toen heb ik stagegelopen bij Majoor Bosshardt op de Wallen in Amsterdam. Maar ik merkte dat het maatschappelijke werk mij niet de voldoening bracht die ik zocht. Toen heb ik mijn technische werk weer opgepakt. Dat mis ik in Delfzijl. Goed hoger onderwijs. Er is hier ruimte genoeg voor een SuperLab: een landelijk onderzoekscentrum waar technische ontwikkelingen naar een hoger plan worden getrokken. Zoiets als Silicon Valley zou in Delfzijl ook bestaansrecht kunnen hebben. En Delfzijl zou een fantastische studentenstad kunnen worden.’

Over de Vestingbuurt
In de Vestingbuurt worden 36 woningen met twee slaapkamers en 12 gezinswoningen gebouwd,
op loopafstand van winkelcentrum De Wending. De gasloze en energiezuinige woningen zijn voor huurders van Acantus die vanwege de versterkingsaanpak moeten verhuizen. Er is veel aandacht voor het groene karakter van de wijk en voor ontmoetingsplekken. De wijk wordt beter bereikbaar gemaakt met fiets- en wandelpaden.